Auteur Topic: Geschiedenis St.Annaland uit div. stukken  (gelezen 2391 keer)

0 leden en 1 gast bekijken dit topic.

Offline webmaster

  • Administrator
  • Full Member
  • *****
  • Berichten: 171
  • Geslacht: Man
  • local historian
  • -Locatie: Willem van Beierenstraat
Geschiedenis St.Annaland uit div. stukken
« Gepost op: augustus 03, 2017, 09:12:40 pm »
iJe heerlijkheid St. Annaland.

Schetskaart, met opgaaf der tien denblokken door J. Verheug van Gitïkrs.

Kaart der gemeente St. Armaland. Uitg. van H. Suringau
1866. Groot 1820 bunders. Inwoners 2025. Schaal
van 1 : 50000.

Hierop de polders St. Armaland of het oude land (ingedijkt a°. 1475): Ha-
nevosdijk (a°. 1475) ; Mariapolder (1506 ter bedijking uitgegeven aan den rent¬
meester Jan Cornelis Pietersz.) ; Pluimpot onder St. Annaland (1556); Bree-
devliet (a°. 1560 door Charles van Bourgondië en Jeronimus van Seroos-
kerke).; Snsanna (door Philips Doublet, in 1668 , in eeuwigdurende erfpacht
gegeven aan Pieter Adüiaansz. Dijckland , bedijkt 1670).

Op deze kaart aangewezen de hofstede Nooit gedacht. Onder de vele hoeven.
op de kaart van Pické vermeld, schijnen door de oude namen, eenigzins merk¬
waardig Kempenshofstede, Winkelhoeve (naar de VVinkelee), lleigersgat, Zoet¬
water , Duivenkeet, Blijendaal, Kleine muiterij , Denrwaarstee en anderen.

Anna van Bourgondië, een der negentien bastaarden van hertog FilipsII,
de goede, bij eene aanzienlijke Spaansche jonkvrouw Jola Prallea , of volgens
anderen uit Jaqukline van Steenbekghe , (Zelandia illustr., bl. 695), huwde
met Adriaan van Borsskle, heer van Brigdamme, Duiveland , Souburg enz.
In 1468 weduwe geworden, hertrouwde zij in het volgende jaar met Adolf
van Kleef , heer van Ravestein. In Januari 1475 vergunde hertog Kakel aan
deze zijne nicht en haar echtgenoot, om te mogen bedijken zeker gorzinge en
opwerp van de zee, genaamd Malland met Hanueboschdijk, den Hamel en
’s Gravenkreek, zullende de dijk strekken.aan twee einden en zijden tot aan
de dijken Poortvliet en St. Maartensdijk, over den Pluimpot; van Moggershil
en Kempenshofstede, daarin begrepen, zekere kleine partijen toebehoorende aan
Gijsbrecht van Nxjenrode, welke bedijking worden zou een ondergraafschap,
gemeenlijk genoemd ambachtsheerlijkheid en een goed onversterfelijk leen , (Box-
HORN , dl. II, bl. 275; Copniaaiboek , dl. IV, f°. 468, 473, 481 , 488;
Verheije van Citters , Memorie over de vroonen, in Archief Zeenmch ge¬
nootschap 1865). Vermoedelijk zijn deze gronden herdijkt, wat ook de namen
waarschijnlijk maken, hoewel van een vroeger bestaan geen sporen te vinden
zijn. Deze inpoldering van St. Annaland, zoo als het nieuwe ambacht, naar de
beschermheilige der edele en vrome ambachtsvrouw , genoemd werd, gaf aan¬
leiding, dat aan de Breevliet en Winkelee, Nieuw Ravensoord (wellicht aldus
genoemd naar den heer van Ravestein) , gewonnen werd , en daardoor de Bree¬
vliet en Pluimpot alhier gesloten , (Dresselhuis , a. w., bl. 117). De gorsingen
ten noorden , tot voor het Moggerhilsche schor , droegen den naam van Scher¬
penoord, Ilauevosdijk, oorspronkelijk Vosdal, den Hamel en Malland, schijnen
onder den laatsten naam in 1429 door Jacoba van Beijeren aan Dirk. van
Swieten en zijne eohtgenoote Janna van Leijknburg geschonken, te zijn,
(MrERis , dl. IV, bl. 948). Deze ridder was de zoon van den bekenden rijken
tliesanrier-gencraal van Holland Boudewi.tn van Swieten , getrouwd met Luit¬
garde van Nijenuode. Hij stierf echter vroeg, wat wellicht teweeg bracht,
dat de bedijking niet tot stand kwam en weder in het octrooi van 1475 be¬
grepen werd. Daar Stavenisse nog onder water lag, werd door deze bedijking
do noordelijke oever van Poortvliet met de in 1419 bedijkte Kerapenshofetede
en Moggershil vereenigd. Sedert werden er de Breedenvlietpolder, de Snsanua-
polder of het Nieuwland, de Mariapolder en de Johanna Mariapolder bijge¬
voegd, (SMALLKGANGE , bl. 291).

De ingedijkte gronden werden herhaalde malen overstroomd en de zeedijk,
meer dan 2700 roeden lang, met 850 roeden tegen het nog niet ingedijkte
gors van denPluimpot, vorderde zooveel lasten, dat keizer Kak kl , reeds vóór
1546, aan de ingezetenen aldaar belangrijke vrijdommen iu de belastingen toe¬
stond, (Smallegange , bl. 750, 3e Copulaatboek, f°. 485). Anna van Bouk-
gondië droeg, in November 1498 , de heerlijkheid St. Annaland, Hanevosdijk
en Moggershil „ uit jonste en minne” op (3e Copulaatboek, f°. 483) aan haar
bastaardbroeder Boudkwijn van Bourgondië, in 1502 verheven tot baron van
Balais, en die getrouwd was met Maria, dochter van don Juan Manuel. Uit
dit huwelijk kwam voort Charles van Bourgondië, heer van Brigdamme,
Balais en Bremont, raad van Karel V, die tot vrouw had Margaketa, dochter
van Nicolaas baron van Werchin en Jolente van Luxemburg. Hun zoon
Charles van Bourgondië, heer van Sommelsdijk en St. Annaland, was ge¬
trouwd met Johanna van Kuilenburg. Op hun zoon Herman van Bourgondië,
staat, in het eerste leenregister, het grootste van het ambacht van St. Anna¬
land en Hauuevosdijk, alsmede het Jan Cornelispoldertje, terwijl een kleiner
deel behoorde aan Gillis, Anthonie, Jeronimus en Jan van Wissekerke ,
die dit geërfd hadden, a°. 1597, van hun vader Hubrecht en hem aanbestorven
van Jeronimus van Seroosrerke Opmerkelijk is het, dat in den inventaris
van Willem Simonsz. en Adiuana Coknelis Ewouds (van Doiveland) a°.

1550, vermeld wordt de heerlijkheid St. Annaland met dqn „ aancleve” van
dien en geschat op 900 £ VI., (Archief Zeemosch genootschap 1873, bl. 178),
waaruit ik opmaak dat het ambacht uit het geslacht Bourgondië vervreemd
geraakt en door Charles weder genaast is. Op den 1 April 1620 werden
deze heerlijkheden verkocht, en eigenaar van het 4/5 deel Johan Doublet, te
’s Gravenhage. Die naam klonk in Zeeland niet onbekend, daar reeds in 1520
de magistraat van Middelburg meermalen had gebruik gemaakt van de diensten
van zijn naamgenoot, procureur bij den hoogen raad van Meclielen, (J. iï. de
Stoppelaar , Inventaris, dl. I, bl. 42). In 1651 wordt zijn broeder Bilips
Doublet, echtgenoot van Gëertkuida , oudste dochter van Chbistiaan Huij-
gens , heer van St. Annaland genoemd. Hij was een vermogend man, rent-
meester-generaal der Vereenigde Nederlanden , eerst gehuwd met Maria , dochter
van Pieper van der Goes en Maria van der Dussen , wier moeder Maria
van Duivkland was, (Geneed, bij van Leeuwen, bl. 968). Hij bewoonde het
aanzienlijke huis genaamd Bovssele, in den Haag, (Ruisen. de Bruin, Geneal.).

Na hem komt in 1660 zijn zoon Fiups , getrouwd met Susanna , dochter van
Constantijn Huijgens en Susanna van Baekle. In 1692 volgt zijn zoon
Filips (1674—1712), gehuwd met Hester Quarles en daarna, in 1713,
diens zuster Constance Thicodoka Doublet, echtgenoot van Matheus Hoeuft,
heer van Oijen en Onsenoort, in 1704 luitenant-generaal der ruiterij, (Geneal.
in Kok). In 1721 werd deze opgevolgd door zijn zoon Constantijn Hoeuft,
die zijne bezittingen alhier den 30 April 1727 verkocht aan zijn neef Con-
stantijn Huijgens. In 1740 kwamen zij op zijne dochter Susanna Louise
Huijgens, en de heerlijkheid stond in 1742, gelijk ook in Tegenwoordige staat,
bl. 546 vermeld wordt, ten name harer moeder Filippine Doublet , wed.
Constantijn Huijgens, later omstreeks 1769 komt zij weder op de dochter,
toen wed. van den graaf van Wassenaar. In April 1788 kwam de heerlijkheid
aan Johan Fllip Hoeuft. In 1796 ging zij over op diens , toen dertien maanden
oud zijnde, zoon Lkonard Jan Philips Hoeuft van Oijkn. In 1815 kwam
St. Aunaland, door zijn overlijden , aan zijne moeder Louise Cornexia Elisabkth
Clundek. In 1832 werden eigenaars de heeren Lkonard en Samuel Otto de
Caskmbiioot. Bij den dood van eerstgenoemdeu kwam de heerlijkheid in 1832 aan
laatstgenoemden, zijnen broeder, en vervolgens in 1839 aan diens weduwe vrouwe
Wilhklsiina de Haan. In 1837 werd de onverdeelde helft, omstreeks zestien¬
honderd gulden ’sjaars opleverende , geveild, (Middelbargsche courant Mei 1837),
en tegenwoordig is ambachtsheer jhr. Fuancois Charles de Casembkoot, teTholen.

Het wapen van St. Aunaland wordt in de wapenkaart van Smalligange op¬
gegeven te zijn in keel een ster van goud. In van dek Aa , (.Aardrijkskundig
woordenboek, Aanh.) wordt echter als verbetering medegedeeld , dat het is in
azuur een vrouwenbeeld (St. Anna) met een kind op den rechterarm , alles van
goud. Dit wapen staat in verband met een oud schilderij dat ik, voor een
dertig jaren, in zeer verwaarloosden staat te St. Annaland aantrof en dat ik
door de bereidwilligheid van den burgemeester A. J. Biehens, in 1853, kon
doen restaureren, «oodat het een sieraad is van het in 1854 nieuw gebouwde
gemeentehuis. Op het ruitvormig paneel is , niet geheel onverdienstelijk , voorge¬
steld de heilige Anna, gezeten op een heuvel in een bergachtig landschap.
Op hare knie zit Maria met het kind Jezus op den schoot. Van onderen
leest men de spreuk Al bet groeijde 1591. De wapens aan de voorzijde ver-
toonen de kwartieren van bovengenoemden Charles van Bourgondië, als ls.
Bourgondië, 2°. Manull de la Ckrda , uit het Spaansche vorstenhuis (Ma-
nuel en Leon) , 3°. Werchin en 4°. Luxemburg. Op de keerzijde is het
volle wapen van Bourgondië geschilderd zooals het, na het afsterven van Maxi-
MILiaan van Bourgondië (1558) gevoerd werd door Charles van Bour¬
gondië, heer van Sommelsdijk en St. Annaland, (Navorscher 1855 , hl. 77,
Bijblad, bl. LXIX; Catalogus tentoonstelling te Middelburg in 1870, bl. 31).

Te ’s Gravenhage is eene instelling bekend als het hofje van St. Aunaland,
welke naam het draagt omdat vele uit het geslacht Doublet er lang regenten
van waren, (v)an D(am) van B(rarel) in Navorscher 1855, bl. 69).

St. Annaland.

Uit Smallegange, bl. 750. Gezicht op het dorp van den waterkant. Hierop
het wapen van Doublet en als vrouwenwapen dat van Doublet en Huijgens ,
zijnde het laatste 1 en 4 Huijgens en 2 en 3 Bacx dit de Heetoge. Onder
de bescherming van de vermogende en aanzienlijke eigenaars, klom St. Anna-
land vrij spoedig tot zekeren trap van welvaart. Anna van Roürgondië
stichtte hier, omstreeks 1593, een klooster van kruisbroeders, waarschijnlijk
met haar broeder Boudewïjn van Boukgondië. In 1505 maakte zij nog be¬
palingen om het voortdurend bestaan te verzekeren, waaronder de incorporatie
van de cure en costerij van de kerk van St. Annalaud met toebehooren en het
doen eener wekelijksche mis in 1486 gesticht en waarvoor zij afstond haar
aandeel in de tienden der lammeren in hare heerlijkheid Het gesticht bezweek ,
zooals Rö.ver het uitdrnkt, {Kloosters en abdijen, bl. 491), als een jongeling
of maagd na eene kwijnende, jeugd.

De ruime dorpskerk genoot vrij aanzienlijke inkomsten. Zij werd in 1822
merkelijk herbouwd, bij welke gelegenheid ook hel torentje verplaatst werd,
(de Kanter en Dresseliiuis , Provincie Zeeland,, bl. 230).

Op den 23 Mei 1692 werd het dorp door een hevige brand zeer geteisterd,
{Staten notulen).

Portret van Thbodorus van der Berd Joh, Fin. H. Pot¬
hoven ad vivum del. 1772. J. Houbraken sculps. 1772.

Tiieodokus van oer Bell , geboren te St. Annaland den 19 September 1720 ,
predikant te Rockanje 1744, te Rhijnsburg 1752, alwaar hij 30 Maart (1 April)
1794 overleed. Hij liet uit Maria Gibbks (ovcrl. 1 October 1790) twee zonen na
Johannes Gibbes van der Bell, predikant te Veenhuizen en Ast. Joh. van
DElt Bell , predikant te Schcrmerhorn. Vele gelegenheids- en andere leerredenen
zagen van hem het licht. Vgl. van der Aa , Biogr. woordenboek en de aldaar
opgegeven werken. Enkele brieven van en over dien invloedrijken cn algemeen
geachtcn man worden onder de handschriften van het Zeeuwsen genootschap be¬
waard. Vgl. Catalogus 1869 , bl. 36.

Portret van J. Scharp , Yir inter Belgas ingenii acumine,
oris faeundia, animi constant ia, historiarum et poesëos
scientia, religionis et pacis studio, clarus. Bolomey del.
17S8. F. E. Haid sculp. Zwarte kunst.

Portret van Jan Scharp, predikant te Rotterdam. Medaillon
klein formaat.

Jan Schart, geboren te ’s Gvavenhage den 16 Augustus 1757, werd den
•16 Augustus 1778 predikant te^ St. Annaland. Hij bedankte voor Poortvliet,
doch nam in 17S0 het beroep naar Axel aan. In 1788 vertrok hij van daar

naar Noordwijk-binnen, in Juli 1789 naar Rotterdam, waar hij tot 1 Januari
1826 werkzaam bleef. Hij overleed den 2 Maart 1828. De lijst zijner vele
geschriften vindt men bij Glasius, Godgeleerd Nederland i. v. Op Zeeland
hebben betrekking: Leerrede ter inwijding der nieuwe Psalmberijming in de
gemeente van St. Annaland, Twee veldgredikatiën in het kamp bij Axel. Ker¬
kelijke rede in den veegen nood des vaderlands op den vast- en biddag 1787
en Geschiedenis en Jcostumen van Axel, Middelburg 1788.